GVC ‘blauwe hesjes’ groeit en traint

door Jan Meeusen

GOES – De taskforce Geestelijke Verzorging bij Calamiteiten (GVC), de ‘blauwe hesjes’, groeit. Na de GVC-deelname aan de rampenoefening in een schoolgebouw in Goes op 25 mei 2019 hebben zich drie nieuwe pastores aangemeld als kandidaat-lid om te worden opgeleid tot ‘psycho-sociaal medewerker bij calamiteiten‘. De GVC is een taskforce van de Raad van Kerken Zeeland, en onderdeel van de tweede lijnszorg van de Veiligheidsregio Zeeland.

Het gebouw van de GGD in Goes. foto Wikipedia, Rene1971.

Havenpastor Alexander Eberson, ds Saskia Ketelaar en ds Marian Taalman-de Ruiter deden op 12 november in het gebouw van de GGD in Goes voor het eerst mee aan een GVC-training. De totale kernploeg van de GVC bestaat uit zeven mensen, van wie drie direct oproepbare pastores. Vier pastores kunnen in tweede instantie worden opgeroepen. De nieuwe leden die in opleiding zijn, zijn nog niet oproepbaar.

Terugblikkend op de calamiteitenoefening van mei werd het als positief ervaren dat de nazorg voor de ‘betrokkenen’ werd gewaardeerd en er ter plaatse werd samengewerkt met onder meer Slachtofferhulp en het Rode Kruis. Tijdens de training kwamen ook de verbeterpunten aan bod, die in mei aan het licht zijn gekomen.

1 op de 10 mensen krijgt problemen

Het ETS MPO-figuurtje draagt al een blauw hesje.

In het GGD-gebouw kregen de ‘blauwe hesjes’ een training in opvang op een nazorglocatie. Volgens de methode ETS (Emergo Train System) kregen zij een scenario ‘Explosie markt Goes‘ voorgelegd. Uit onderzoeken blijkt dat 9 op de 10 mensen op eigen kracht en met opvang in de eigen sociale kring de schrik en shock kunnen ‘verwerken‘. De acute slachtoffers worden in dit scenario naar het ADRZ of verder gebracht. De niet gewonde betrokkenen worden naar een veilige opvanglocatie (een nabijgelegen schoolgebouw) gebracht voor nazorg. Hier worden ze opgevangen en wordt bezien of zij snel naar huis kunnen of mogen of dat er extra aandacht nodig is.

Om dat laatste te bepalen dient er in een rustige omgeving gelet te worden op opvallend teruggetrokken of onrustig gedrag van de betrokkenen. Door de juiste vragen te stellen krijgen zij de aandacht en erkenning voor wat zojuist is gebeurt. Daarbij is het belangrijk om troost te bieden voor verdriet, boosheid en angst. Tenslotte dient de veerkracht en het zelfherstel van de betrokkene te worden gestimuleerd.

Met de methode ETS werd de nazorg voorgesteld door de hulpverleners en de betrokkenen als poppetjes in de ruimte van de opvanglocatie te plaatsen. Met enkele woorden werd de situatie van de aanwezige betrokkene aangeduid. Daarna werd in drie rondes met enkele gekozen voorbeelden een oefengesprek gevoerd.

Op een whiteboard werd de situatie van betrokken slachtoffers en hulpverleners  volgens de ETS-methode in beeld gebracht.

Hier deed een acteur aan mee die zich heel goed had ingeleefd. De acteur had bij elk ‘personage‘ nog een verrassing in petto die niet in de beschrijving stond. Een en ander zorgde ook voor humoristische momenten.

Parabel in actie

In een dergelijke situatie kunnen we denken aan de parabel van de Goede Herder. Niet dat we de 99 schapen zouden negeren of verwaarlozen in geval van een ramp of calamiteit, maar die ene willen we niet vergeten. De pastores oefenden real time in het zoeken naar die ene die niet verloren mag gaan.

Jan Meeusen is geestelijk verzorger en voorzitter van de GVC.