Gerard Lepoeter laat de stenen spreken

door Willem Staat
KAPELLE – Het was mooi bedacht. Gerard Lepoeter zou op 14 maart 2020 met vierhonderd gasten zijn 90ste verjaardag vieren met de presentatie van zijn boek Als de stenen konden spreken. Dat zou gebeuren in de Hervormde Kerk van Kapelle, het machtige monument waarover hij zoveel publiceerde.

De kerk vult zich met bezoekers

Corona gooide roet in het eten. Zodoende duurde het tot zaterdag 11 september 2021 voor het feest alsnog werd gevierd. Anderhalf jaar later dus. Door de nog altijd geldende overheidsmaatregelen rond de coronacrisis was er plaats voor 150 genodigden. Die kwamen massaal opdagen voor dit evenement dat men mag zien als een eerbetoon aan deze amateurhistoricus, ook al ken ik hem van enkele persoonlijke ontmoetingen als een bescheiden man.

Bevoorrecht

De geboren en getogen Kapellenaar Gerard Lepoeter schreef behalve bijna twintig boeken ook een groot aantal artikelen.  Die zijn gewijd aan de regionale geschiedenis van vooral Zuid-Beveland en kerkgebouwen in Zeeland. Heel veel verhalen kwamen terecht in het Bulletin van Stichting Oude Zeeuwse Kerken, waarvoor Lepoeter veel betekent. Ik schrijf dat in de tegenwoordige tijd, want Gerard voelt zich zeer bevoorrecht omdat hij tot op zijn hoge leeftijd de dingen mag doen die hij heel graag doet. Dat is dus historisch onderzoek.

Dominee Loek Deventer: je schreef een huis van woorden over het Huis van God

Grootvader

Het zaterdag ten doop gehouden boek bevat aanvullingen op het in 1996 uitgegeven werk ‘De geheimen van de kerk van Kapelle onthuld’. De titel van het supplement slaat op de grafzerken in de kerk, maar ook op de stenen die het bouwwerk vormen. Professionals waarderen het onderzoekswerk van Lepoeter. Dr. Huib Uil, gewezen archivaris van Zierikzee, noemde het in 1996 verschenen boek ‘de beste studie over een Zeeuwse kerk’. Hij hield een boeiend betoog over Mr. Paul Constant Bloys van Treslong Prins (Delft, 7 juni 1873 − Batavia, 30 oktober 1940). Deze heraldicus, genealoog en archivaris inventariseerde de teksten op oude graven in honderden oude kerken. Die gelden nog altijd als een standaardwerk op dit terrein. De aantekeningen die Bloys van Treslong Prins maakte over 40 graven in Kapelle waren mede gebaseerd op de informatie die hij kreeg van de gelijknamige grootvader van Gerard Lepoeter.

Grootvader Gerard maakte als koster van de kerk ook de periode mee waarin dominee Johannes Daniël Schmidt aan Kapelle was verbonden (1910-1943). Naar verluidt was hij ook goede maatjes met de vader van schrijfster Annie M. G., wier beeld het plantsoen van de kerk siert. De verhalen die de koster vertelde vormden de voedingsbodem voor het historisch speurwerk van zijn kleinzoon.

Hoektoren en links fragment gemetselde spits Hervormde kerk Kapelle. Vanaf de toren kun je het grootste deel van Zeeland overzoen

Spectaculaire ontdekking

Gerard Lepoeter vertelde tijdens de feestelijke bijeenkomst in Kapelle dat enkele gebeurtenissen mede aanleiding waren tot zijn jongste publicatie. Een daar van was het onderzoek dat twee universiteiten in 2011/12 deden naar het gedenken van overledenen in Nederland tijdens de Middeleeuwen. Daarbij kregen ook de Kapelse grafmonumenten aandacht.

De belangrijkste aanleiding voor de uitgave was de door de schrijver zelf als spectaculair aangeduide ontdekking van een op 18 maart 1562 gedateerde akte van de Goese Cornelis Janszoon Mels. Die was op die dag aanwezig in de kerk voor de bevestiging tot deken van kanunnik Nicolaas van der Vesten (lid van het kapittel, het bestuurscollege van een kapittelkerk). Die benoeming stuitte op verzet bij diens mede-kanunniken. Mogelijk kwam die voort uit jaloezie, maar ook verdenking van ketterij kan een rol hebben gespeeld. Ketterij betrof in die tijd meestal sympathie voor de beweging van de Reformatie. Bijzonder was dat de honderd bij de plechtigheid aanwezige parochianen werd gevraagd of zij enige bezwaar hadden tegen de benoeming van Nicolaas van der Veer. Zij deden er allen het zwijgen toe. Mogelijk durfde niemand wat te zeggen. Het was een roerige tijd vlak voor de Opstand en slechts zestien jaar voor de intrede van de Reformatie op Zuid-Beveland. Lepoeter vergeleek het met de toestand tijdens de Tweede Wereldoorlog. Alles wat je zei kon tegen je worden gebruikt…

Decoraties

Het boek bevat ook een hoofdstuk over de decoratieve plafondschilderingen in de kerk, een zeldzaamheid voor een protestants bedehuis. Dr. Hans van Herwijnen ging bij de boekpresentatie in op de waarde ervan. Hij schetste ook dat decoratieve schilderingen in protestantse kringen gevoelig lagen. Ze werden vaak als typisch rooms-katholiek beschouwd.  Ook wordt ingegaan op nog een element dat de kerk zo bijzonder maakt, namelijk de gemetselde spits.

Muziek

Het bestek van dit verhaal laat het niet toe om nog dieper in te gaan op het boek.  Wel meld ik nog even dat het ook een interessant verhaal bevat over het roemrijke Bätz-Witte-orgel dat de kerk siert. Vaste bespeler Mark Christiaanse zette de bijeenkomst luister bij met o.a. de bewerking van Een vaste burcht is onze God, Psalm 116 van Dick Sanderman en de Tocatta in G majeur van Theodore Dubois. Lepoeters kleindochter Celine vertolkte op piano o.a. werk van Chopin, terwijl de koperblazers van BrassKapelle na afloop vrolijke klanken de kerk in blies.

De jarige geeft

De bijeenkomst in de kerk van Kapelle was een atypische verjaardag omdat de hoofdpersoon geschenken weggaf in plaats van ze te ontvangen. De aanwezigen en ook mensen die na afloop de kerk binnenkwamen konden het zo meenemen. De auteur stelt het op prijs wanneer mensen als alternatief een donatie doen aan de actie Duurzaam kerkgebouw van de kerkrentmeesters van de Hervormde Gemeente Kapelle. Dat kan via IBAN  NL98 INGB0000626040 t.n.v Kerkvoogdij Hervormde Gemeente. Kapelle. Klik hier voor beeld- en geluidopname presentatie

Lepoeter op kerkenpad 2014

Tot slot: PZC-collega Margreeth Ernens en ik organiseerden de op 7 juni 2014 gehouden kerkenpad-reis naar bedehuizen in Zeeuws-Vlaanderen. Met enige schrik ontdekte ik op de dag zelf dat Gerard Lepoeter tot de deelnemers behoorde. Wat zou hij wel vinden van het gebodene? Toen ik hem ernaar vroeg antwoordde hij: ,,Ik geniet met volle teugen”.
Dat deed ik in Kapelle ook.