Preek dominee Arie van der Maas

Hieronder volgt de preek die Arie van der Maas op 30 september in Zierikzee hield nadat hij was bevestigd tot classispredikant: Gemeente van onze Levende Heer, Jezus Christus,

In de weken waarin ik toeleefde naar deze dienst, weken waarin het werk als classispredikant al begon, kwam ook de inhoud van de bijbel lezingen die ik gekozen heb voor vandaag sterk naar me toe. In het bijzonder het evangelie. Jezus vertelt….
Jezus vertelt een gelijkenis met daarin een sterk beeld: een wijnstok waaraan gesnoeid wordt.

In het gebied van onze mooie Delta kennen we niet zoveel wijngaarden met wijnstokken… eerder boomgaarden met appels en peren … soms pruimen, kersen ….
Alhoewel, niet ver hiervandaan, bij Dreischor, laat ik gelijk maar wat reclame maken voor de gasten die van wat verder komen: wijnhoeve De Kleine Schorre. Ze hebben excellente witte wijn. Ga eens kijken, ga eens proeven. Geen goedkope flesjes maar dan heb je ook wat. Jezus schetst een sprekend beeld: een wijnstok die gesnoeid wordt.  En zegt hij: “Ik ben de wijnstok.. en mijn Vader is de wijnbouwer…”
Niet voor iedereen wellicht, maar voor velen denk ik toch wel, zal dit een bekend Bijbelgedeelte zijn. En misschien heeft het voor sommigen direct ook bepaalde en misschien wel lastige associaties. Zo herinner ik me wel preken, die ik vroeger hoorde als kind. Het had soms iets griezeligs, iets dreigends. De rank die geen vrucht draagt wordt afgesnoeid en verdwijnt in het vuur. En voor je het weet overheerst angst om afgeknipt te worden, wordt gedacht in goeden en verkeerden, in groepen van mensen. Voor je het weet denken sommigen te weten hoe het zit, bij anderen vooral. Wordt er gesorteerd in hokjes en vakjes en zijn we ver van huis… In elk geval ver van het huis waarin Gods liefde en mildheid en genade de toon is die de muziek maakt.

Arie van der Maas op de kansel van de Gasthuiskerk in Zierikzee

Voor mij, voor vandaag, raakt dit verhaal, raakt dit beeld me vooral als beeld van de kerk. De kerk, lichaam van Christus. Christus, de wijnstok. De kerk waaraan in de loop van de jaren vele ranken gegroeid en gegroeid en gegroeid zijn. Activiteiten, veel activiteiten en evenzovele overleggen, besturen en bestuurtjes. Gegroeide goede gewoontes. Ja echt, goede gewoontes en nog mooiere rituelen. Woorden, veel woorden…  gesproken, geschreven, boeken, tijdschriften, beleidsnota’s, websites vol…
Ranken die nog altijd veel vrucht dragen of die dat in het verleden gedaan hebben. Heerlijke wijn is ervan gedronken…. Soms ook wel een beetje zure wijn. Uit een fles die wat lang heeft gestaan…
Maar wie van buitenaf naar het geheel van de boom, van de wijnstronk kijkt, die heeft het niet altijd gemakkelijk om de kern, de stam, de wijnstok zelf te zien. Zoveel ranken.. frisse, sappige, vruchtdragende en ook verdrogende, verdorde.. Waar is Christus? Waar is de kern? Zie ik, proef ik de wijnstok…

Er is al heel wat gesnoeid in en aan de kerk zult u zeggen. Tegen wil en dank. Met pijn en moeite…  Ja, al heel wat gesnoeid, ranken afgevallen, losgelaten, verdord … Misschien moeten we wel zeggen: Wie was en wie is er eigenlijk aan het snoeien? Hoe duiden we wat er deze decennia gebeurt met de kerk?: “Herder van een krimpende kudde….”
Is de landman, de wijnbouwer, de wijngaardenier, niet zelf aan het snoeien, opdat de wijnstok meer vrucht zal gaan dragen. Meer vruchten…. Meer vruchten van de Geest… zoals de apostel schrijft, vruchten van de Geest: liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing…. Vruchten, niet voor de wijnstok en de wijnplant, de kerk zelf, maar opdat er wijn gedronken kan worden, in de huizen, in de dorpen en steden. Tot vreugde van velen…

Als er gesnoeid wordt, als er takken worden weggeknipt, dan komt er ruimte, dan komt er zuurstof. Als er gesnoeid wordt aan een boom, dan kan de wind, de geest meer waaien, dan komt er ook een andere lichtinval. Als er gesnoeid wordt dan ga je de kern beter zien. Dan kun je ook dicht bij de kern, bij de stam van de boom, de struik, de wijnstok komen.

De opdracht die we onszelf als kerk gesteld hebben voor de komende jaren: dichter bij de kern, dichter bij het hart komen. Ik zeg dan maar: dichter bij Christus, bij de wijnstok, komen.
En wat is het mooie en bijzondere, als je daar dan, al snoeiend en gesnoeid wordend, dichterbij komt, dan is daar in het midden van die gesnoeide boom inderdaad meer licht en meer zuurstof.
En het bijzondere gaat verder want als je werkelijk dichter bij de kern, bij de wijnstok komt dan zal het Christus, de wijnstok zijn die onmiddellijk zegt: keer om, laaf je een moment aan de kern, laat je voeden, maar keer je dan vooral om en zie vanaf de kern naar buiten.

En omdat er gesnoeid is, is er dan vanaf de kern, ook een veel scherper, een veel beter zicht op buiten en is er een grotere openheid gekomen….
De openheid rondom de gesnoeide wijnstok geeft nieuwe lichtinval, nieuwe perspectieven, nieuwe toegankelijkheid en ziet vooral ook verder naar buiten… en buiten en binnen hebben minder duidelijke grenzen….

De landman, de wijngaardenier is aan het snoeien en ik denk dat velen van ons vooralsnog gevraagd worden mee te snoeien…. Het is nog even niet anders. Jawel, soms ook al wat ent-werk. Nieuwe lootjes.
En natuurlijk, die mooie ranken, die vrucht dragen, goed onderhouden, blij mee zijn en iedere oogst weer genieten wat het oplevert…
Een goed glas wijn, de gemeenschap vieren….
Niet alles is droog en verdort….
Elkaar de put in praten heb ik vanmiddag niet gehoord als opdracht die meegegeven wordt aan ambtsdragers…

Maar toch: wel snoeien… omdat het belangrijk werk is. En als ik nog een tandje dieper mag gaan. Misschien ook wel wat durven snoeien en laten snoeien aan en in onszelf.
Want wat is er ook in en aan onszelf in de loop van de jaren niet al gegroeid en gegroeid aan… opinies en patronen en verwondingen en overtuigingen.
Misschien wel wat wildgroei… of inteelt.
Inzichten dat we wel weten hoe het zat en zit en hoe het moet.
Misschien ook wel overmoed… dat we de zaken van de kerk wel even op de rails zullen zetten. De maakbare kerk… Nou, laten we leren van de samenleving. Dat die niet maakbaar is, werd 30 jaar geleden al onderkend. De kerk is het zeker niet, maakbaar. En moet het vanuit haar inhoud, vanuit het Woord, ook niet willen zijn…
Misschien is er in onze zielen bitterheid gegroeid, door wat verloren ging, of door conflicten, juist in de kerk…  Bitterheid, of verharding of vervlakking, moedeloosheid…

Laten we de landman, de wijngaardenier laten snoeien:
minder woorden, meer ruimte voor stilte,
minder kogels door de kerk, meer ruimte voor geduld, mildheid, liefde,
minder vergaderen, meer ruimte voor zingen,
meer ruimte voor gesprek van hart tot hart,
minder open deuren, meer ruimte voor open oren, geopende armen, echte open deuren.
minder lijfsbehoud en overlevingsdrang,
meer ruimte voor inzet voor wie tussen wal en schip vallen,
minder gesloten blikken, ruimte voor open handen,
minder debat, meer ruimte voor gebed…

Snoeien en gesnoeid worden om opnieuw de weg van Christus te leren gaan. De weg van Christus, de levende die ons voorgaat, is de weg van dienstbaarheid aan het Gods nieuwe wereld van gerechtigheid, van barmhartigheid, van vrede.
De weg van Christus, is de weg van het oog die ziet vanaf de kern, de kern van liefdevolle toewijding aan de mens die het buitenbeentje is, de mens die niet goed past in wat de samenleving van vandaag vraagt.
Liefdevolle toewijding aan de mens die maar niet van de wachtlijst afkomt,  aan de man, de vrouw, het kind, die tegen beter weten in,  in een bootje gestapt is en dobbert op de Middellandse Zee
of zwerft van stad naar dorp, verlangend naar… een woord,  mee-dogen, ontferming.

De grootheid van mijn Vader, zegt Jezus, zal zichtbaar worden…. Niet wanneer de allerhoogste met toeters en bellen en tromgeroffel ingrijpt…. Dat zegt Jezus niet…. Maar de grootheid van mijn Vader zegt Jezus zal zichtbaar worden, wanneer jullie veel vrucht dragen en mijn leerlingen zijn.  Ik heb jullie liefgehad, onvoorwaardelijk liefgehad, blijf dan in mijn liefde.
Je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt.  En dit zeg ik tegen jullie om je mijn vreugde te geven, dan zal mijn vreugde volkomen zijn….V
reugde…. Dat is het perspectief waarin we geroepen worden te snoeien. Ruimte te maken in de kerk, in onze eigen levens, om lief te hebben… Vreugde….. De vreugde van de oogst? Ik weet het niet….
Ik denk dan toch ook aan het gedicht ‘De ploeger’ van Roland Holst waarin klinkt:
Ik vraag geen oogst; ik heb geen schuren, 
ik sta in uwen dienst zonder bezit.
Maar ik ben rijk in dit: 
dat ik den ploeg van uw woord mag besturen..

… Ik zal de halmen niet meer zien 
noch binden ooit de volle schoven, 
maar doe mij in den oogst gelooven 
waarvoor ik dien …

De oogst? Ik weet het niet. Wel een verlangend uitzien naar de lente. Niet voor niets heb ik ervoor gekozen op de voorzijde van de liturgie een mooie foto van een boomgaard in bloesem te plaatsen. Geen wijngaard maar een gewoon een boomgaard als bij ons. Een boomgaard in bloesem.  Is dat geen vreugde…? Misschien is het voor een fruitteler nog wel een vreugdevoller maar ook spannender moment als de boomgaard in bloesem staat. Nog vreugdevoller dan wanneer de appels en peren worden binnengehaald bij de oogst.

Met de bloesem breekt het jonge, nieuwe leven door. Maar het is ook nog spannend. Hoe ontwikkelt het zich? Zet de bloesem echt vrucht? Komt er nog nachtvorst? Hoe komen we de zomer door, de zomer, zo belangrijk voor de groei maar ook met risico’s.
In de kerk beleven we trouwens, denk ik, verschillende fases van fruitteelt, van het wijnbouwproces, tegelijkertijd, door elkaar heen.
Er zijn gelukkig ook nu al, in de bestaande gemeentes en op de pioniersplekken, momenten en ontwikkelingen en gebeurtenissen die het snoeiseizoen voorbij zijn. In elk geval voor dit moment. Dat er bloesem is, of in elk geval kiem-ontwikkeling of soms zelfs al vroege oogst.
Wat mooi en wat goed dat we steeds meer leren – en ik hoop daaraan bij te dragen – om al die verschillende aspecten, het snoeien, het enten, het wachten, geduldig wachten in de winter, het uitbotten, de bloeiende bloesem, de vruchtontwikkeling, het toeleven naar de oogst… om dat met elkaar in verband brengen en in verband te zien.

En leidt het ergens toe? Doe mij in de oogst geloven… Inderdaad, ik somber ook wel eens, en er zijn dagen dat de moed me in de schoenen dreigt te zinken… komt het wel goed met de kerk?
Maar… zoals ik en jullie door collega Piet zojuist weer vanuit de orde van de kerk tot de orde geroepen ben: Het is niet mijn kerk, het is Christus kerk. De Levende zelf gaat zijn weg, in en met de kerk en ook buiten de kerk.
Het Levende woord baant zich een weg en zal zich wegen blijven banen, wegen naar goed leven, naar vrede voor alle schepselen.
Een weg waarop wij geroepen worden te volgen. Mee te gaan, mee te doen, bij te dragen… Christus te volgen op zijn weg van liefde en dienstbaarheid.
Daarom, met de woorden van de apostel, bid ik voor u en jullie en mijzelf: Moge de Vader uw innerlijke wezen kracht en sterkte schenken door zijn Geest, zodat door uw geloof Christus kan gaan wonen in uw hart….
….. en u geworteld, geworteld als een boom, geworteld als een wijnstronk, gegrondvest blijft in…. De liefde…
Dan zult u met alle heiligen…   Van Aardenburg tot ’s Gravendeel, van Rozenburg tot Hulst, In Utrecht, Geneve, Rome, Syrië, China en Pakistan en van alle tijden…, de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte kunnen begrijpen, ja de liefde van Christus kennen die alle kennis te boven gaat, opdat u zult volstromen met Gods volkomenheid.
Want, en dat is voor mij héél dicht bij de kern: Aan hem die door de kracht die in ons werkt, bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij vragen of denken, aan hem komt de eer toe, in de kerk en in Christus Jezus, tot in alle generaties, tot in alle eeuwigheid. Amen.