Marianne Kloosterboer: In dienst van kerk, staat en maatschappij
door Willem Staat
VLISSINGEN – Het leven van Marianne Kloosterboer-Dijkstra (8 juli 1957) uit Vlissingen wordt getekend door haar inzet voor kerk, staat en maatschappij. Dat was een gevleugeld begrip in de gereformeerde wereld waarin zij opgroeide. Wie zijn geloof serieus neemt doet er wat mee, zo was het devies. Niet alleen in de kerk, maar zeker ook daarbuiten. En iets doen voor de samenleving wordt nog altijd gewaardeerd. Dus bracht Koningsdag 2025 Marianne, getrouwd, moeder van drie kinderen en oma, de benoeming tot ridder in de Orde van Oranje Nassau. Portret van een duizendpoot die de haar geschonken gaven van goed kunnen organiseren ten volle benut.
Was je als kind al zo betrokken bij de samenleving of kwam dat later tot uiting?
Marianne: ,,Het werd ons thuis met de paplepel ingegoten. Je maakt je nuttig en geeft zo antwoord op de liefde van God. Het begon toen ik 15 jaar was. In de Gereformeerde Kerk van Zutphen was ik betrokken bij de oppasdienst en de jeugdvereniging. Mijn man en ik leerden elkaar trouwens kennen op de jeugdcantorij van de kerk. Voor de politiek had ik al vroeg belangstelling. Op de middelbare school maakte ik een werkstuk over de geschiedenis van de ARP (Anti Revolutionaire Partij). Daar kreeg ik een tien voor. Misschien kwam dat ook een klein beetje doordat de leraar die het becijferde de naam Algra droeg, een vroeger in de gereformeerde wereld bekende familie van politici, schrijvers en onderwijzers. Natuurlijk ging ik ook met mijn vader mee naar de vergaderingen van de ARP-afdeling in Zutphen, waar ik opgroeide. Daar kwam ik ook op de kandidatenlijst voor de gemeenteraad terecht en hielp ik mee bij het oprichten van het CDJA.”
Van 1978 tot 1982 was Marianne kleuterjuf in Ede. Ze verhuisde kort daarna naar Vlissingen waar haar man na voor Nedlloyd te hebben gevaren een baan kreeg als loods. Marianne was vervolgens lange tijd testassistente bij een adviesbureau voor onderwijs en beroep. Van 2004 tot aan haar afscheid in 2014 werkte ze als directeur van een basisschool in Kruiningen. De helft van die tijd leidde ze ook nog een school in Rilland. Meer dan twee decennia was ze bestuurslid personeelszaken van Perspectief (Vereniging Christelijk Basisonderwijs).
Na de verhuizing naar Zeeland zet en zette Marianne zich ook daar op allerlei manieren in. Allereerst voor de ‘kerk’. Momenteel is ze kerkenraadspreses van de Protestantse Gemeente Vlissingen (Sint Jacobskerk). Ze diende daar ook als diaken, leidster van de kindernevendienst (32 jaar) en lid van de liturgiecommissie (7 jaar). Ze was voorzitter van het Diaconaal Werkverband Walcheren en is momenteel voorzitter-secretaris van de Raad van Kerken Vlissingen.
Wat de ‘staat’ betreft: Marianne is secretaris van de plaatselijke afdeling van het CDA en zat van 2002-2014 voor die partij in de gemeenteraad.
Tenslotte dan de betrokkenheid bij het begrip ‘maatschappij’. De Vlissingse duizendpoot is voorzitter van de Vereniging Vrienden van het muZEEum en leidt in die attractie ook mensen rond als educatiegids.
Wonend in de maritieme stad Vlissingen, waar massa’s grote schepen de Westerschelde bevaren raakte Marianne ook betrokken bij het leven van de zeelieden. ,,In het kerkblad stond een vacature voor het voorzitterschap van het zeemanshuis in Vlissingen-Oost, dat wordt geëxploiteerd door The Mission to Seafarers. Daar reageerde ik op en werd vervolgens aangenomen. Aan dit werk ben ik echt verknocht geraakt. Iets doen voor het welzijn van de mensen op de schepen. Het gaat erom dat de zeemanshuizen ‘een thuis ver van huis’ bieden. Daar slagen we in Vlissingen goed in.”
Hoe verliep het werk tijdens de coronaperiode, toen de schepelingen helemaal niet van boord mochten?
,,Het zeemanshuis moest aanvankelijk dicht, maar mocht later toch weer open, vanwege de uitzonderlijke situatie waarin de zeelieden verkeren. Maar ook toen dat nog niet mocht was er in ieder geval contact met de schepen. We bleven telefoonkaarten verkopen, die met emmertjes aan boord werden gehesen. Dat gold ook voor de bloemen die we in de coronatijd als speciale actie naar de schepen brachten en voor de kerstpakketten die we jaarlijks verspreiden. Bovendien bleef pastor Pascal Handschin als het even kon bezoeken afleggen op de schepen.”
Je bent ook voorzitter van de Nederlandse Zeevarenden Centrale (NZC). Wat doet die organisatie?
,,Het is de koepel van welzijnsorganisaties voor zeelieden. We zetten ons ervoor in dat de schepelingen in de havens aan de wal mogen gaan. Op veel plaatsen in de wereld is dat verboden en of te onveilig en ook in ons land is het soms lastig. Een andere zaak is de financiering van de zeemanshuizen. Wij willen dat het rijk de structurele steun hervat. In 2005 is de jaarlijkse bijdrage van 0,6 miljoen euro wegbezuinigd. We boden hierover in 2020 een petitie aan bij de Tweede Kamer. Naar aanleiding daarvan onderzocht de Erasmusuniversiteit samen met de NZC het welzijn onder de schepelingen. Daaruit bleek zonneklaar dat de zeemanshuizen bestaansrecht hebben.”
Pascal Handschin staakt zijn duobaan als havenpastor (0,4 fte )en predikant van de Protestantse Gemeenten (PG) Nieuw- en Sint Joosland en Ritthem (0,6) en wordt dominee van de PG Koudekerke. Die duobaan was bijzonder. Hoe moet het verder?
,,Pascal werd in 2016 uitverkoren uit diverse sollicitanten. Een jaar later kon hij ook aan het werk in Nieuwland en Ritthem. Het grondgebied van die dorpen grenst aan het havenbied. In het tot stand komen van die combinatie, waardoor Pascal een volledige baan kreeg, zie ik het werk van Gods Hand. Het is heel jammer dat Pascal nu weg gaat. Het ziet ernaar uit dat we na hem nog maar voor één dag per week een havenpastor kunnen aanstellen. Gelukkig hebben we ook nog vrijwilligers die als scheepsbezoeker werken. Zij doen hetzelfde als een pastor, namelijk een luisterend oor bieden aan mensen die problemen hebben en desgewenst ook met en voor hen bidden.”
Hoe kijk je naar de toekomst van het Zeemanshuis Vlissingen?
,,Gelukkig genieten we, ondanks het momenteel ontbreken van financiële bijstand van het rijk, wel steun vanuit Vlissingen-Oost. We krijgen een hoge bijdrage van Nort Sea Ports. Mede doordat we bedrijven hier in het havengebied betrekken bij het werk komt er ook van die kant geld binnen. Dat gaat vanzelf. En we hoeven ons geen zorgen te maken over vrijwilligers. Die bieden zich spontaan aan. Zoals studenten van de zeevaartschool die graag iets doen voor het zeemanshuis. Voor de vrijwilligers zijn er barbecues en zij krijgen ook altijd een kerstattentie. Dat wordt zeer gewaardeerd. Mede daardoor loopt het hier goed. Niet voor niets zijn we door het overkoepelende Mission to Seafarers Londen beoordeeld als het best lopende zeemanshuis van Europa.’’