Pastoor Verdaasdonk neemt afscheid

ZIERIKZEE – Anton Verdaasdonk  neemt na bijna 35 jaar afscheid van de parochies op Schouwen-Duiveland (Zierikzee e Haamstede). Dat wordt gemeld in de Nieuwbrief van de H. Pater Damiaanparochie van zondag 1 april 2018. In februari werd al bekend dat de pastoor kampt met gezondheidsproblemen. Verdaasdonk maakte zijn afscheid bekend in een persoonlijke brief. De inhoud luidt als volgt:

,,Beste Medeparochianen  – ‘n Vroegtijdig afscheid. Vroeg, omdat ik de 35 jaar graag met U had willen volmaken. Tijdig, omdat mijn gezondheid zegt dat langer doorgaan niet verantwoord is.
Ik doe dat niet met ’n lekker gevoel. Ik heb me op Schouwen-Duiveland altijd goed thuis gevoeld. Maar ik doe het wel met een gevoel van dankbaarheid voor de vele jaren met talloze contacten en mooie vieringen die ik samen met U heb mogen beleven bij blijde en droevige gebeurtenissen.

In het lied  van Huub Oosterhuis zongen we: “Zomaar een dak boven wat hoofden”. Maar onze kerk heeft niet zómaar een dak. Onze parochiegeschiedenis vertelt dat Pastoor Judocus de Man in 1768 twee boerenschuren verbouwde tot deze kerk. En toen er in november 1994 een eind kwam aan een jarenlange restauratie van de kerk, kreeg niet alleen de vloer maar ook het dak een flinke opknapbeurt. Het is dan ook niet zomaar een dak. Het is ook niet een dak boven zomaar wat hoofden. Het is het kloppend hart van de Parochiekern St. Willibrordus, met een deur die naar stilte openstaat.

Met name hier in de kerk vinden wij stilte en rust voor gebed om tot onszelf te kunnen komen en ons leven met zijn mee- en tegenvallers aan God voor te leggen. Hier kunnen wij recht voor God staan, speurend naar hoop en dagenraad. De activiteiten van onze Caritas, de Pola van der Donkstichting en andere missionaire activiteiten, zoals de jaarlijkse Vastenaktie, spreken ons over de noden, vragen en zorgen van medemensen dichtbij en ver van ons vandaan: “Woorden van ver als vallende sterren”. Zo herinnert in deze kerk en parochiekern ons veel van andere werelddelen. “Gods vrij en lichtend woord”, moet immers klinken, gesproken en nagekomen worden, hier en overal.

Vanaf het allereerste begin staat hier een tafel, eerst van hout, nu van steen, het doet er niet toe. Die tafel en wat we daar aan vierden en nog steeds vieren, herinnert er ons voortdurend aan ”dat wij elkaar gegeven zijn”. Hier vierden  en  vieren wij wekelijks de droom  van Gods Rijk van vrede in een wereld waar grote en kleine conflicten aan de orde van de dag zijn. In het vieren van deze droom van vrede overstijgen wij even de kleine wereld van ons dagelijks leven, zijn we “wat niet kan en doen we wat ondenkbaar is met dood en verrijzenis”.

Dit alles óverdenkend en terúgdenkend aan wat is geweest, neem ik nu afscheid van deze kerk en van U. En naar analogie van een uitspraak van Sint Augustinus, zeg ik: “voor U was ik priester en voorganger, mét U was ik christen en medeparochiaan. Gezien mijn gezondheid niet meer zo best is, trek ik me terug. Ik ga nu echt met pensioen om me voor te bereiden op mijn laatste en grote reis naar het Vaderhuis, waarheen ik de voorbije jaren 390 medeparochianen heb mogen begeleiden bij uitvaart, begrafenis en crematie.

Op 15 juli 1983 ben ik onder U komen wonen. Nu ga ik heen, dankbaar voor wat U mij gegeven hebt aan vriendschap en vertrouwen. Dankbaar voor de steun en medewerking aan mijn collega’s in de regio, met name Pastoor van Deurzen, Philip Pontenagel, Vicaris Paul Verbeek, Wiel Hacking en pastoor Fons van Hees.

Toen ik hier kwam wist ik niet waar ik aan begon. Zierikzee en Schouwen-Duiveland waren voor mij net zo nieuw en vreemd als toen ik 1959 in Mozambique begon. Met dit verschil dat ik wel de Mozambicaanse taal heb gesproken en geschreven, maar niet het Zeeuws. Nu weet ik na al die jaren, dat het toch goed is geweest waar ik in 1983 aan begonnen ben. Het was goed, ondanks de fouten die ik  óók gemaakt heb. Daar ben ik me terdege van bewust en daarvoor vraag ik U om vergeving. Door mijn ongeduld, onkunde en zwakte heeft mijn pastoraat zeker haar schaduwzijden gekend. Ik was vaak ook meer pastor dan bestuurder. Maar dankzij uw geduld en wijsheid heeft het licht toch de overhand gekregen en daar ben ik U en Onze Lieve Heer erg dankbaar voor.

Dank ook aan mijn congregatie  die mij al die tijd uitgeleend heeft aan het Bisdom. En heel veel dank aan mijn hulp Coby Bouman, die er, soms op strenge toon, op toezag dat ik netjes voor de dag kwam. Dank ook aan Anneke Wijsman en Jan Doeswijk, mijn contactpersonen tijdens mijn  ziekte en die mij vergezelden naar de artsen. En hartelijk dank aan allen die mij hun beste wensen stuurden.

Dit afscheid is het begin van een mooie herinnering aan de tijd die ik bij U heb mogen doorbrengen als pastor en medeparochiaan. Afscheid nemen is een onvermijdelijke kant van het leven. Je komt op de wereld en je gaat ook weer heen. In die tussenliggende jaren moet je er het beste van maken en je volop geven. En intussen hopen dat je ook wat goede en wijze mensen tegenkomt: dat geluk heb ik gehad.

Wie zijn leven kan zien als een reis, weet dat  je gaandeweg van alles en iedereen moet achterlaten en uiteindelijk het leven zelf. Dit kan een mens droevig stemmen, maar ook dankbaar voor wat je voor elkaar hebt mogen betekenen. En dat wat u voor mij betekent hebt is heel veel geweest.

Hopelijk heb ik ook voor U iets mogen betekenen. Dan kunnen wij in vrede van elkaar afscheid nemen.

Vrede en alle goeds voor U en voor allen die U dierbaar zijn.

  1. Verdaasdonk, em. P. Zierikzee, 27 maart 2018.”