Zeelieden kunnen geen kant meer op

door Margreeth Ernens

MIDDELBURG – Zeelieden van de grote vaart lijken door de coronacrisis momenteel een marathon te moeten lopen waarvan de eindstreep steeds wordt verlegd. En dat trekt een grote wissel op hen, ze moeten doorgaan in een uitzichtloze situatie. Omdat ze niet kunnen worden afgelost, kunnen duizenden zeelieden niet naar huis, ze hebben extra zorgen om thuis, hun familie. Kortom: ze hebben geen zekerheid meer. Veel mensen realiseren zich niet dat het grootste deel van onze gebruiksgoederen per schip wordt aangevoerd, en dat zeevarenden dus onze economie, onze samenleving draaiend houden. Dat zouden we meer moeten waarderen, vindt havenpastor Pascal Handschin uit Middelburg.

De predikant vindt het schrijnend om te zien hoe veel zeelieden depressief en wanhopig worden. Sinds 2017 werkt hij voor 40 procent voor de Mission to Seafarers in Vlissingen-oost. Daarnaast is hij sinds 2018 voor 50 procent predikant van de Protestantse Gemeenten van Nieuw- en Sint Joosland en Ritthem, waardoor hij als voorganger te land en ter zee een aaneengesloten werkgebied heeft. Pascal is één van de voorgangers in de oecumenische viering van Geloof in Zeeland vanuit de Johanneskerk in Serooskerke (W), die 29 november, eerste Adventszondag, door Omroep Zeeland wordt uitgezonden. ,,Oecumene is voor mij een besef waaróm je iets doet, het is geïnspireerd door dezelfde bron. Dat zou het uitgangspunt moeten zijn.’’

Naastenliefde

Ds Pascal Handschin bij de Johanneskerk in Serooskerke (W).

Als havenpastor zoekt Pascal naar wegen hoe hij zeevarenden kan helpen. ,,Begroeten wie er komt. Zij bepalen wat wij kunnen, moeten en willen doen. We zijn er gewoon voor de medemens, het is toepassen van naastenliefde. Het is belangrijk om op verschillende dingen in te spelen. Dat hoeft niet altijd religieus te zijn. Veel gesprekken gaan over koetjes en kalfjes, of hoe zwaar het is thuis. Het is goed voor hen om eens te praten met iemand van buitenaf, buiten het eigen kringetje aan boord. De crisis maakt ons, verwend als we zijn, duidelijk wat beperkingen zijn. Zeelieden worden altijd al wat beperkt natuurlijk.’’

De Mission to Seafarers in Vlissingen-oost is in normale tijden zeven dagen per week open. Zeelieden komen zelf, of worden met een busje gehaald van de schepen. Ze kunnen de bar bezoeken, de winkel, van het internet gebruik maken en spelletjes doen. ,,Er is ook een kapel, waar ze een moment van stilte kunnen pakken, daar werd wel gebruik van gemaakt. In de kapel hielden we om de 14 dagen een avondgebed. Daar was niet zo heel veel animo voor, want de meesten hoefden niet zo nodig als ze eenmaal vrij waren. Nu, met de crisis, zijn we dicht.’’ En dat zal gevolgen hebben voor het havenpastoraat op de lange termijn, vreest Pascal. Omdat de bar dicht is, zijn er geen inkomsten, al kan aanspraak worden gemaakt op regeringssteun voor bijvoorbeeld loonkosten.

Video’s maken

Samen met Stefan Francke, de ‘waterbouwpastor’ die momenteel niet naar baggerprojecten kan reizen om zijn werk te doen, neemt Pascal sinds maart filmpjes op met een korte Bijbellezing en gebeden. Door de coronatijd leerde hij in snel tempo om video’s van vieringen te maken, compleet met ondertiteling. Die worden iedere 14 dagen op het internet gezet. ,,Zo kunnen we de kerk naar buiten brengen. En omdat de aanloop voor fysieke samenkomsten op zondagavond vóór corona al niet zo heel groot was, blijven we dat waarschijnlijk doen.’’ De digitale vieringen zijn in het Engels, en te volgen via YouTube. Klik hier.

,,Werken met zeevarenden is mooi als het lukt. Er kan altijd iets tussenkomen, een verandering in de plannen. De lading en de agenda zijn bepalend. Het werk is in gewone tijden eigenlijk al niet normaal, omdat zeelieden maandenlang van huis zijn, in een omgeving met weinig persoonlijke ruimte, zonder gras of bomen. Dat hoort al eeuwenlang bij de scheepvaart. Maar het probleem is nu dat ze geen perspectief hebben op naar huis gaan. Dat maakt het heel moeilijk. In Europa lijken ze nu een mogelijkheid te hebben gevonden om bemanningen te wisselen. Dat gebeurt normaal gesproken voor het merendeel in China, maar daar is alles nog dicht. Er is dus nog geen goede oplossing wereldwijd gevonden.’’

Uit het zicht

De havenpastor vindt het zorgelijk dat de meeste mensen daar niet bij stilstaan. ,,Het probleem staat niet meer midden in de samenleving. Vroeger lag de haven midden in de stad, en veel mensen hadden familie op de vaart. De grote vaart is wat verschoven, de havens zelf zijn ook ver weg. We moeten dat duidelijk maken, tachtig procent van alle goederen die we gebruiken komt per schip, die mensen werken feitelijk voor ons. Stel je eens voor wat er zou gebeuren als ze niet meer willen varen.’’

Om de zeelieden een hart onder de riem te steken worden wereldwijd door alle Zeemanshuizen met Kerst cadeaupakketjes uitgedeeld. De Mission to Seafarers geeft 250 kerstpakketjes weg.

Levensloop

Pascal Handschin werd in 1989 geboren in het Franstalige deel van Zwitserland, maar groeide op in Bern, waar hij is afgestudeerd aan de Theologische Faculteit van de Universiteit. Hoewel hij Nederlandse roots heeft (één van zijn opa’s was een geboren en getogen Amsterdammer) merkte hij daar vroeger weinig van. Toch besloot hij in 2013 een half jaar in Leiden te gaan studeren. Aan de universiteit werd in het Engels gedoceerd, maar en passant leerde hij Nederlands spreken. Zijn accent is inmiddels verwaarloosbaar. Naast Nederlands spreekt hij Frans, Duits, Engels en Zwitsers, handig voor zijn werk als havenpastor. In 2016 trouwde hij en besloot hij in Nederland te blijven. Hoewel het niet direct voor de hand lag om naar Zeeland te verhuizen, is hij daar inmiddels helemaal gesetteld met zijn gezin. ,,Het enige verschil met Zwitserland is dat er hier geen bergen zijn. De mensen zijn eigenlijk wel hetzelfde.’’

Pascal zag zijn werk tijdens de coronatijd nog verder bemoeilijkt doordat hij twee maanden thuis zat met een hernia. Daarnaast mist hij natuurlijk zijn familie in Zwitserland. ,,Die heb ik al een tijd niet gezien en dan denk je, het zou mooi zijn als ik weer op bezoek kan. Maar er zijn ineens weer grenzen. We mogen niet vliegen, maar eventueel wel met de auto gaan, en dan zijn we er in negen uur. Maar het is verre van ideaal natuurlijk.’’

De classis Delta telt drie Zeemanshuizen: In Vlissingen-oost staat The Mission to Seafarers (The Flying Angel club), in Terneuzen het varenscentrum Seamen’s Club en in Oostvoorne The Bridge (voor zeelieden die Rotterdam aandoen). Ze vallen alle drie onder de Stichting Nederlandse Zeevarendencentrale en zijn lid van de International Christian Maritime Association (ICMA), waarin alle religieuze richtingen zijn vertegenwoordigd.