70 jaar Molukkers in Nederland herdacht

door Margreeth Ernens

BARNEVELD – Zondag 22 maart 2021 werd op indrukwekkende wijze ’70 jaar Molukkers in Nederland’ gevierd en herdacht in de Ichtuskerk in Barneveld-Diemen. Er werd tijdens de landelijke bijeenkomst door de verschillende sprekers vooral op gewezen dat er moet worden vooruitgekeken, dat niet het pijnlijke verleden de boventoon moet voeren, maar dat de Nederlandse Molukkers iets wezenlijks kunnen betekenen voor het volk van Maluku.

Ds Ruland Wairisal, predikant van een de Molukse kerken in Oost-Souburg, vertelt dat de Molukse kerken in verband met de coronamaatregelen weinig konden doen om deze mijlpaal te gedenken, maar in de verschillende online diensten van de kerken werd wel kort stilgestaan bij 70 jaar Molukse aanwezigheid in Nederland. In Oost-Souburg en Middelburg werd, evenals in alle Molukse wijken in Nederland, de Molukse vlag gehesen.

Het troepentransportschip Kota Inten waarmee de eerste Molukse families op 21 maart 1951 in Rotterdam aankwamen.

Het thema van de dienst in Barneveld was: Ada waktu… lalu katong mau apa? Er is een tijd om …om wat? Wat willen wij nu? ,,We gedenken het verblijf van ons volk in Nederland. Na een bootreis van een maand kwam de eerste groep Molukkers op 22 maart 1951 met het troepentransportschip Kota Inten in de Rotterdamse haven aan. Wij zijn het vervolg van de generatie die aankwam, daarom vieren we vandaag en gedenken in dankbaarheid want de Heer is met ons, vanaf die dag in Rotterdam tot en met de dag van vandaag.’’

Het 71e jaar tegemoet

Ds Orto Matulessy, voorzitter van het synodebestuur, hield zijn preek aan de hand van het boek Prediker. ,,Kijken naar het heden, het verleden en de toekomst.’’ De predikant hield zijn gehoor voor dat de geschiedenis van het Molukse volk niet in Rotterdam is begonnen en dat voor alles wat er gebeurt, er een uur is, een tijd, voor alles wat er is onder de Hemel. ,,God heeft alles een plaats in de tijd gegeven en hij heeft de mens daarin inzicht gegeven. De mens moet beseffen wat hij doet, in de tijd die hem is gegeven. Dus laten we dit 71e jaar ingaan met Hem, voor ons, achter ons, onder ons en boven ons, om over ons te waken, ons te helpen. Als we dreigen te vallen, vangt Hij ons op. Zijn handen zijn boven ons om ons te zegenen. Laten we met Hem verdergaan deze reis, het 71e jaar tegemoet.’’

Geloofsbelijdenis

De geloofsbelijdenis die werd voorgelezen bevatte een ook stukje geschiedenis.. ,,God was bij de ontheemden tijdens de overtocht naar een in opbouw zijnd Nederland en in de kampen. Hij was bij de mensen die zich verraden voelden als bondgenoten van het Koninkrijk der Nederlanden, die als ontheemden in Hem een Goede Herder vonden. Die mensen leerde thuiskomen. De Heilige Geest leert ons vanuit de Molukse ziel, tegenstellingen te verbinden. Die ons bewust maakt dat leven met ambitieuze idealen onze verbondenheid met Nederland en onze Molukse roots wereldwijd niet in de weg staat, maar nieuwe dimensies eraan toevoegt opdat we als Zijn kerk vandaag, morgen en alle dagen van ons leven ten volle mogen leven en genieten in de vrijheid van het Koninkrijk van God.’’

Geen toeval

RMS-president John Wattilete tijdens de herdenkingsdienst.

Als speciale gast was onder andere aanwezig mr John Wattilete, president van de regering in ballingschap van de Republiek Maluku Selatan (RMS). Hij noemde het geen toeval, maar uniek dat er zoveel Molukkers in Nederland wonen. ,,De komst van de eerste generatie Molukkers is onlosmakelijk verbonden met het ontstaan van de RMS.’’ Hij zei blij te zijn dat de eerste generatie, ondanks de moeilijke omstandigheden, haar kinderen heeft opgevoed op een wijze dat zij toch verbonden blijven met het volk op Maluku. ,,Want dat is hard nodig. Het moet ongetwijfeld de hand van de Schepper zijn geweest die ons in zulke groten getale heeft geleid naar Nederland. Die eerste generatie heeft zich onder moeilijke omstandigheden staande gehouden. Dat konden zij omdat zij in de vaste overtuiging waren dat zij voor een rechtvaardige zaak streden, daarin gesteund door hun geloof. Dat heeft ons gemaakt tot wie wij vandaag zijn.’’

Wattilete riep op om zich na 70 jaar te richten op de toekomst, ondanks de pijnlijke herinneringen. Hij zei het vooruit kijken een uitdaging te vinden, want hij vindt het, ook politiek gezien, de verantwoordelijkheid van de Nederlandse Molukkers om te zorgen dat het lot van het volk in Maluku wordt verbeterd. ,,Laat het een zegen zijn voor Maluku dat wij hier als gemeenschap in Nederland zijn. We moeten durven strijden en zullen nieuwe wegen moeten inslaan vanuit het perspectief dat we niet elkaars aartsvijanden zijn. Er is maar één vijand en daar moeten we ons op richten. We moeten ervoor zorgen dat het volk in Maluku haar vrijheid terug krijgt en in welvaart kan leven.’’

De herdenkingsdienst werd opgeluisterd met Molukse liederen op bekende melodieën. Daarbij werden oude filmbeelden getoond van de aankomst van de eerste Molukse families in Nederland 70 jaar geleden.

Geschiedenis

Op 27 december 1949 droeg Nederland de soevereiniteit van Nederlands-Indië met uitzondering van Nieuw-Guinea over aan de Republik Indonesia Serika (RIS). De Zuid-Molukken waren toen een provincie van de deelstaat Oost-Indonesië. Al snel na de onafhankelijkheid begon president Soekarno met het opheffen van de federale structuur. Verschillende verzetspogingen ten spijt moest de deelstaat zich onderwerpen aan de door republikeinen gedomineerde centrale regering. Uitgeweken Molukse federalisten riepen op 25 april 1950 de RMS uit. Op 17 augustus 1950 riep president Soekarno de Indonesische eenheidsstaat uit en op 28 september begon het Indonesische leger met de invasie van Ambon. Er werd tevergeefs militaire steun gezocht bij Nederland, de Verenigde Staten en Australië. Op 5 november viel de hoofdstad Ambon in handen van het Indonesische leger. De RMS-regering week begin december uit naar het nabijgelegen eiland Ceram om van daaruit de strijd voort te zetten.

In 1951 kwamen op dienstbevel bijna 4000, vooral Zuid-Molukse, KNIL-militairen met hun familie (in totaal ongeveer 12.500 personen) naar Nederland voor wat bedoeld was als een tijdelijk verblijf. Deze Molukse families werden ondergebracht in woonoorden (kampen). In Zeeland waren kampen op Walcheren, Schouwen, Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Beveland.

President van de RMS-regering in ballingschap is sinds 2010 John Wattilete.

Momenteel telt de Molukse gemeenschap in Nederland ongeveer 60.000 mensen. In Zeeland wonen zij vooral in Oost-Souburg, Middelburg en Koudekerke.

Lees ook het gesprek dat we vorig jaar hadden met ds Ruland Wairisal: ‘Geloof in Zeeland is een eye-opener’