O kom, o kom, Emmanuël!
(Nieuwsbrief december 2022)
In de ruim vier jaar dat ik nu uw classispredikant ben heb ik een traditie opgebouwd om een brief of een inleidend stukje voor deze Nieuwsbrief af te sluiten met woorden van een lied of een psalm. Dit keer wil ik er mee openen. Woorden van een eeuwenoud lied dat in ons midden, door het werk van Willem Barnard, in verschillende versies bekend is geworden. Wie meer wil weten van de achtergrond verwijs ik graag naar wat daarover op allerlei websites te vinden is. Het gaat me om Lied 466 in het Liedboek 2013 dat in een andere versie bij velen bekend en geliefd is geworden als Gezang 125 in het Liedboek voor de Kerken 1973.
Ik geef u de woorden door van een aantal coupletten zoals weergegeven in Lied 466. Door Barnard zo geschreven in de jaren ’80 van de vorige eeuw. De woorden raken me diep. Bijzonder dat woorden eens geschreven in Middeleeuwse context, hertaald 40 jaar geleden, zo actueel kunnen zijn voor kerk en samenleving. Op wereldschaal en dichterbij. Ik citeer de coupletten 1, 5 en 7 maar het lied is echt een eenheid dus zoek het op zou ik zeggen.
De woorden, in combinatie met de melodie die ik al van kinds af aan iedere Adventstijd hoor, raken me opnieuw. Een eeuwenoud lied waarin niet voorbijgegaan wordt aan schraalheid, waanzin en duisternis die onze tijd in een aantal opzichten kenmerken, in meerdere opzichten. Een scherpe beschrijving van de harde realiteit die het bestaan kenmerkt, met de bede: ‘Daag op, o grote dageraad… verjaag de nacht… maak uw toekomst rozerood’. Een eeuwenoud lied, geschreven en gezongen in de nood met oproep tot blijdschap. Want Hij die komt is nabij, nabij…
1. O wijsheid, daal als vruchtbare taal!
Het zaad verdort, de oogst wordt schraal,
op aarde plant het kwaad zich voort,
de waanzin voert het hoogste woord.
O kom, o kom, Emmanuel!
Verblijd uw volk, uw Israël!
5. Daag op, o grote dageraad,
licht aan, wij zijn ten einde raad,
verjaag de nacht van onze nood
en maak uw toekomst rozerood!
O kom, o kom, Emmanuel!
Verblijd uw volk, uw Israël!
7. Emmanuel, bewijs uw naam!
Wees uw belofte, neem ons aan,
zegen het volk dat vrede wil,
maak Israël gerust en stil.
O kom, o kom, Emmanuël!
Verblijd uw volk, uw Israël!
Ik heb het nodig om dit lied en andere liederen te zingen en te overdenken en anderen ze te horen zingen. Ik heb het nodig om te leven en samen te werken met mensen die het – niet alleen in december – nogal eens duister voor ogen is en niet goed weten hoe het verder moet in de wereld en ook niet in de kerk. De nood is soms groot, de oogsten schraal. Ik heb het nodig om dat te erkennen en met anderen te zoeken en te hopen op het licht van de dageraad. Om te bidden met en te bidden voor het volk dat vrede wil.
Ik heb dat nodig nu ik, u leest dat verderop in deze Nieuwsbrief, voor een volgende periode benoemd ben als uw classispredikant. Ambtsdrager zijn in kerk en gemeente is voorwaar geen sinecure. Lokaal of bovenlokaal. We mogen elkaar spreken over de vreugde van het werken in de kerk. Er zijn mooie dingen. Betekenisvolle momenten. Maar alleen wie de ogen sluit voor de realiteit, aanvaardt zorgenvrij verantwoordelijkheid voor de tijd die komt.
Ik begin aan mijn tweede periode, anders dan aan de eerste in 2018. Met nog grotere verwondering en bewondering voor het vele dat goed gaat in de kerk. En voor de grote en trouwe inzet van mensen, ambtsdragers, professionals en vrijwilligers. Inzet voor de gemeente, voor elkaar, voor mensen die op hun weg komen. Grandioos. Of kerk en gemeenten in de huidige vormen zullen continueren is lang niet zeker, maar dat het leven en werken vanuit Gods Woord en Zijn Liefde wegen zal blijven vinden, dat mag als een paal boven water staan, als een baken in wisselende getijden – om het maar eens in Delta-taal uit te drukken. Anders dan aan het begin voel ik ook een – wellicht nog – grotere bescheidenheid om wat ik samen met anderen vanuit classis en kerk kan betekenen in situaties dat het minder goed gaat. Soms zijn de verwachtingen hoog, maar dikwijls zijn de problemen complex en de marges klein om ontwikkelingen werkelijk wat bij te sturen. Schade beperken is in veel gevallen het meest haalbare. In gebed dat de goede Herder zelf als Heer der Kerk in zijn wijsheid en liefde zijn kudde hoeden zal.
Vanuit deze bespiegelingen wil ik u en jullie allen graag een mooie, inspirerende en vreugdevolle tijd van Advent en Kerst toewensen. En alle goeds, dat is vooral Gods Zegen voor het komende jaar 2023. In alles wat u doet in en voor de kerk en in uw persoonlijke leven.
Ds. Arie van der Maas
Classispredikant