Nijpend tekort aan menskracht nekt kerkenwerk

We stellen steeds iemand uit het classicale werk aan u voor. Dit keer: Foort Groenleer uit Oud-Gastel, voorzitter van het Classicale College voor de Behandeling van Beheerszaken (CCBB Delta)

 

door Margreeth Ernens

OUD-GASTEL -,,Vroeger groeide je vanzelf in het kerkenwerk, dat is tegenwoordig wel anders.’’ Foort Groenleer uit Oud-Gastel, voorzitter van het Classicale College voor de Behandeling van Beheerszaken (kortweg CCBB Delta) vindt het jammer dat er bijna geen mensen te vinden zijn voor kerkenraden, colleges en commissies. Ook ‘zijn’ CCBB zit al twee jaar met een nijpend personeelstekort.

,,Dringende oproepen hebben tot nu toe niets opgeleverd, we zitten echt aan het kerkordelijk minimum. Twee leden overwegen om te stoppen. Als voorzitter ben ik verantwoordelijk, dus dan zal ik ook opstappen. Het Generaal College moet dan de werkzaamheden overnemen. We hebben echt al tientallen mensen gepolst, maar je ziet dat kerkenraden en colleges het ook niet of nauwelijks meer bemand krijgen. Dit is niet alleen een groot probleem in de classis Delta, maar eigenlijk overal aan de randen van Nederland. In de ‘bible belt’ is het nog wel rond te krijgen, maar ook grote gemeenten krimpen. Als je op een dorp het niet meer bemand krijgt, is de protestantse kerk daar weg’’, is zijn sombere voorspelling.

IJs

Foort Groenleer.

Foort Groenleer werd op 1 februari 1952 geboren in Kapelle-Biezelinge en is woonachtig in het Brabantse Oud-Gastel. Om voorzitter te kunnen zijn van het CCBB Delta is hij lid van de PG Wemeldinge, waar hij verschillende jaren woonde. ,,We gaan af en toe naar de kerk daar, maar dat is door corona een beetje verwaterd.’’ Voor zijn pensioen was hij werkzaam bij de ijsfabriek in Sprundel, waar hij tegenwoordig nog freelancet. ,,IJs zit in mijn bloed sinds mijn geboorte, niet alleen ben ik er een liefhebber van, maar het heeft mijn interesse wat er allemaal mogelijk mee is.’’

In 1985 werd hij lid van de kerkenraad in Oud- en Nieuw-Gastel. Tijdens een verbouwing kwam hij in contact met het RCBB Brabant. ,,Die vroegen me in 2005 om commissielid te worden voor Brabant, Limburg en Zeeland.’’ In 2016 ging hij met pensioen, waarop hij prompt werd gevraagd voor het RCBB Zeeland, wat later het CCBB Delta werd.

Wat doet het CCBB

Het CCBB heeft een (proactieve) toezichthoudende rol binnen de gemeenten en diaconieën. Dat is vooral bedoeld om financiële problemen vroegtijdig te signaleren en erover met de gemeenten in gesprek te gaan. Het doel is een financieel gezonde huishouding. De beoordeling van de begrotingen en jaarrekeningen is daarbij een belangrijk instrument. (zie ook: Vrijwilligers met financiële vaardigheden gezocht)

In al die jaren heeft Foort met het CCBB veel gemeenten in de Delta geholpen met ontwikkelings- en samenwerkingsprojecten. Het inzetten van een student als hulp is niet direct een optie, vindt hij. ,,Een CCBB-lid moet ook actief zijn in de kerk en moet wel door de cijfers heen kunnen kijken. Gemeenten met een A-status worden elektronisch gescand, maar vanaf B, C en D kijken we handmatig welke problemen erachter zitten. Het knelpunt is als de gemeente de kerkenraad en colleges dus niet meer bezet krijgt. Ook de diaconieën zitten daarmee. Iedere gemeente moet twee begrotingen (kerk en diaconie) en twee jaarrekeningen (kerk en diaconie) presenteren. De probleemgemeenten worden twee keer per jaar bezocht. Er is dan ook een gedelegeerd bestuurslid om te zien hoe het daar verder moet. Op Schouwen-Duiveland staat een vergrijzende gemeente onder verscherpt toezicht. Toen er een lekkage was aan het dak, was de reparatie veel te duur. Gelukkig hebben sponsors het probleem verholpen, maar bij een volgend probleem is de kas wel leeg.’’

Net als deze gemeente zijn er meer gemeenten in problemen. ,,We prijzen ons gelukkig met een classispredikant die dat allemaal oppakt.’’ Nieuwe gemeenten springen er positief uit, daar gaat het financieel goed mee, die zijn in ontwikkeling. ,,Maar ook zij hebben een solvabiliteitsverklaring nodig voor het beroepen van een predikant.’’

Het personeelstekort is ook terug te zien in het aantal predikanten. De uitstroom is groter dan de instroom, hetgeen overigens ook geldt voor kerkelijk werkers. Kandidaten voor wat voor soort vacature dan ook, zijn moeilijk te vinden.

Groeiende problemen

,,Ik voorzie dat de problemen van de kerkenraden alleen maar groter worden. We moeten nadenken hoe we dat kunnen verlichten. Gelukkig ontstaan er hier en daar samenwerkingsverbanden, zoals tussen Stad aan ’t Haringvliet en Den Bommel. Deze twee gemeenten hebben nu samen een kerkenraad, en houden de vermogens gescheiden. Ook de vier gemeenten die het Vierhuis op Zuid-Beveland vormen (’s Heer Arendskerke, Lewedorp, Borssele en Nieuwdorp) konden niet zelfstandig voortbestaan en hebben nu wel kansen. De gemeenten Nieuw- en Sint Joosland en Ritthem werken al jaren samen en gaan per 1 januari 2023 fuseren. Je moet wel bedenken: min plus min blijft min, dus de financiële problemen zijn daarmee niet opgelost. Maar het is in de personele sfeer heel erg belangrijk.’’

Foort ziet veel mogelijkheden in ‘lichter kerk-zijn’ en coöperatie van kerken. ,,Daar zijn we nauw bij betrokken. Maar er zijn veel psychologische drempels natuurlijk.’’ (zie ook: Naar een lichtere kerk en zie ook Als de gemeente klein en kwetsbaar wordt)

Gewoon geven

Foort Groenleer

De diaconie ligt hem na aan het hart. ,,Er zit veel geld, werkzaam vermogen, in de kerken. Een gemeente heeft natuurlijk geld nodig om te blijven voortbestaan. Een diaconie houdt vaak geld over, terwijl ze dat heel goed kunnen spenderen aan mensen die dichtbij creperen. Veel geld van de diaconieën komt nog uit de tijd dat ze overheidstaken uitvoerden. Toen hebben ze kapitaal opgebouwd. Ik pleit er dan ook voor om meer geld te gebruiken voor mensen in moeilijkheden. Als de overheid het niet doet, moet de diaconie het doen. Te denken valt aan een structurele bijdrage aan bijvoorbeeld de Voedselbank. Het is niet overal kommer en kwel gelukkig, JOTA Oostburg dóet het en werkt samen met de voedsel- en kledingbank. Eigenlijk moet het door iedereen als normaal worden beschouwd om te geven.’’